KLEIN KAPITALISME

In Frankrijk had een tv verslaggever een gesprek met demonstrerende gele hesjes rond een rotonde, waaronder een luid protesterend vrouw. Als weerwoord op haar beklag zei hij: “Maar Macron wil toch hervormen?” Na lichte aarzeling zei de vrouw: ”Ja, maar hij moet niet ons geld afpakken.” Ziehier, het kapitalisme in het klein, de weigering offers te brengen voor de goede zaak. Hun weerwoord is, dat hoeven wij niet, wij zijn arm.

De meute, de horde is opgestaan, hun rechtvaardiging is la précarité, de behoeftigheid. In zijn boek Les misérables neemt Victor Hugo het op voor de behoeftige mens. Als jongetje komt Jean Valjean na het stelen van een brood in een strafkamp, waaruit hij na 19 jaar ontsnapt. Hij wordt zijn leven lang achtervolgd door de politieman Javert, die hem steeds weer opnieuw achter de tralies wil krijgen, er geldt geen pardon, de wet is de wet.

Zijn de gele hesjes les misérables, de ellendigen? Brood hoeven ze niet te stelen. Toch is hun drijfveer de geringe pouvoir d’achat, de geringe koopkracht. Zij hebben vrijwel niets te besteden. Maar hun weldoorvoede lijven doen vermoeden dat die bestedingsdrang op iets anders slaat dan het gemis aan brood. Sterker nog, het lijkt soms te wijzen op een verkeerde bestedingsdrang in de zin van wat gezond is voor de mens.

De politiek van Franse supermarkten lijkt daar ook op. Een supermarkt bij ons in de buurt is recent nieuw opgebouwd na een jaar gesloten te zijn geweest. Het was een miljoeneninvestering. Een supermodern nieuw gebouw werd uit de grond gestampt. Naar de opening werd nieuwsgierig uitgekeken, er werd veel van verwacht. Toen na een jaar de deuren opnieuw geopend werden bleek het assortissement drastisch te zijn aangepast. Veel van het eerder aangebodene, het gezonde eten, het vers, was weg. In plaats daarvan bevatten de schappen veel meer dan voorheen snoep en koek, en ook wijn, en vooral bakjes en pakken met kant-en–klaar eten, altijd duurder dan vers. De nieuwe directeur had een gedetailleerd onderzoek gedaan naar de behoefte van de klant. Hij koos voor datgene waar hij de meeste winst mee maakte.

Preventieve gezondheidszorg mag dan door de overheid tot haar taak gerekend worden, het is duidelijk dat dit dweilen met de kraan open is, oftewel behangen tegen de wind in. Een algeheel verbod op zoetigheid zal zo tot een volksopstand kunnen leiden. Men zal de straat opgaan, zich verenigd weten in kleurige hesjes onder het slaken van leuzen als: “Rot op Macron, geef ons ons dagelijks brood!”

Geheel los hiervan is het natuurlijk de vraag of Macron er verstandig aan heeft gedaan de brandstofprijs in een zo autoafhankelijk Frankrijk – in het uitgestrekte platteland en in de kleine dorpen zijn geen bus-, laat staan treinverbindingen, en de afstanden van dorp tot stadje, d.w.z. school, werk, boodschappen zijn groot – zo plotseling, zo drastisch te laten stijgen. De volksopstand schijnt ook vooral vanuit de provincie te komen.

Volgens de peilingen steunde 75 procent de gele hesjes beweging. In Nederland heeft ongeveer 25 procent van de bevolking hoger onderwijs gevolgd. In Frankrijk is dat ongeveer hetzelfde. Op grond daarvan zou men kunnen stellen dat 25 procent de kar trekt en de andere 75 procent uitvoerend werk doet. Van die 75 procent kan men geen wereldbeeld verwachten. Dat blijkt ook uit het antwoord van de vrouw met het gele hesje hierboven. Het risico dat die 75 procent voor een gemeenschappelijk eigenbelang gemobiliseerd wordt ingaande tegen alle verstand in moet onder ogen worden gezien. Het hemd is nader dan de rok.

De Romeinen wisten het al. Fortiter in re, suaviter in modo. Oftewel krachtig in de zaak, soepel in de toepassing. Daar is niet naar gehandeld. Alvorens zulke drastische maatregelen in te voeren zal er toch eerst zoiets als een debat gevoerd moeten woorden hoe de lusten en lasten verdeeld worden. Macron heeft gefaald in zijn zicht op de belevingswereld van de eenvoudige man. Hij heeft een wereldbeeld, dat is duidelijk, zij niet.