Zag 16 oktober 2024 op de Franse tv de documentaire over de laatste elf dagen van de aardrijkskunde- en geschiedenisleraar Samuel Paty, op 16 oktober 2021 vermoord door een moslim extremist. Op zijn school, het collège, gaf hij aan leerlingen tussen 14 en 16 jaar oud onderricht over het grondrecht vrijheid van meningsuiting. Dat naar aanleiding van de aanslag op het satirische weekblad Charlie Hebdo met karikaturen van Mohammed. Hij vroeg leerlingen die het niet wilden zien de klas te verlaten of opzij te kijken. Een leerlinge die het niet gezien had, omdat zij al een week spijbelde, vertelde erover aan haar vader. Die verspreidde op internet berichten dat Paty een naakte man had laten zien voorstellende Mohammed en dikte dat aan met beweringen over pornografische voorstellingen. De vader organiseerde via internet geradicaliseerde Tsjetsjenen die het vuile werk maar al te graag wilden opknappen. Probleem was, ze hadden Paty nog nooit gezien. Ze boden en paar honderd euro’s aan leerlingen die hem wilde aanwijzen. Samuel Paty liep over straat naar huis, leerlingen wezen naar hem en de Tsjetsjeen Azonov benaderde hem van achteren, stak met een gigantisch lang lemmet 17 maal op hem in en eenmaal op de grond werd zijn hoofd van zijn romp gescheiden. Azonov werd door de politie dood geschoten en de leerlingen kregen 12 maanden hechtenis in een jeugdinstelling.

Het meest walgelijke van de gebeurtenissen vond ik niet nog eens de moord en het verraad zelf maar vooral de houding van Paty’s collega’s. Na de door de opgestookte moslimgemeenschap ontstane consideratie hadden die Paty in de beklaagdenbank gezet. Als een soort bloedraad was hij aan een kruisverhoor onderworpen waarom hij deze ellende veroorzaakt had. Tegenover de moslimwereld, om aan hun wraak te ontkomen, haastten zij zich te beklemtonen dat het niet nogmaals zou gebeuren. Paty was verkeerd bezig geweest. Van collega’s kon Paty geen hulp verwachten. Zij presenteerden hem als schietschijf aan de vijand. Hij bewapende zich met een hamer, wat hem niet heeft kunnen baten.

Zover is het in Frankrijk gekomen. Het verzet is gebroken. Die hele poespas later, al die manifestaties ter ere van Samuel Paty, het zijn krokodillentranen. Na zoveel jaren van moeiverworven rationalisme is het gif van de religie wederom het zwavelzuur geworden dat de menselijke ziel vernietigd. Is dit het einde van de beschaving? Is er een remedie?

Het woord godsdienst mag niet langer voorkomen in grondwetten en andere wetsbepalingen. Levensovertuiging is voldoende en doet aan iedereen recht. Zodra iemand een beroep doet op godsdienst is er verstandsverbijstering, algehele verlamming treedt op. Rechters, ministers, ambtenaren, politie weten zich geen raad ofwel omdat zijzelf aan dat bijgeloof doen ofwel omdat iedere poging het onderwerp te omlijnen bij voorbaat mislukt is omdat de voorstelling ervan puur individueel, subjectief is en onbruikbaar om een samenleving te ordenen.

Zolang het woord religie, godsdienst niet geschrapt is uit de wet raakt in geloofszaken het wettelijke begripsapparaat uit zijn voegen. Een moordenaar die handelt uit geloofsovertuiging zal de op hem toegepaste wet nooit begrijpen. In feite is hij ontoerekeningsvatbaar zoals elke andere hallucinerende moordenaar. Iemand die niet in staat is te zien dat de mensen god gemaakt hebben en niet andersom moet hulp krijgen. Geen gevangenisstraf, maar wel levenslange TBS wegens geestelijk onvermogen.