Boekbespreking ‘De piramide van Pinto’, 2016 Uitgeverij Aspekt Soesterberg

Prof. dr. David Pinto, geboren in Marokko, directeur van het Intercultureel Instituut (ICI) heeft over het immigratievraagstuk een belangwekkend boek geschreven, ‘De piramide van Pinto’ (2016 uitgeverij Aspekt Soesterberg). Hij behandelt hierin een veelheid van problemen voortkomende uit de cultuurverschillen. Soms zijn die te overbruggen soms niet. Daarvoor ontwikkelt hij de drie stappen methode. Eerst dient men de verborgen leidraad in de eigen cultuur te voorschijn te halen, te onderkennen, vervolgens kennis te nemen van de andere cultuur en als stap drie de immigrant voor te houden waar hij aan toe is en waarvoor hij kan kiezen, zich onderwerpen aan de westerse moraal, of vertrekken. Pinto geeft met een veelheid van voorbeelden aan dat de islamitische cultuur onverenigbaar is met die van de liberale westerse samenleving. Integratie zoals dat door politici wordt beoogd berust op een misvatting, het verhindert een vreedzame samenleving en leidt slechts tot geweld. De moslim kent geen vrije wil, als hij op zijn verantwoordelijkheid wordt aangesproken verschuilt hij zich in de groep en laat het groepsbelang prevaleren. Pinto ontrafelt genadeloos de verkeerde invalshoek waarmee de overheid de integratie hoopt te bewerkstelligen. Deze berust op een verkeerde beoordeling van de andere cultuur en benadert die vanuit verworven inzichten zoals die in het westen na een eeuwenlange ontwikkeling gemeengoed zijn geworden, maar die voor een moslim onbegrijpelijk zullen blijven. Zijn conclusie is dat integratie onmogelijk is, in die zin dat de allochtone moslim nimmer uit vrije wil het westerse gedachtengoed zal aanvaarden. Nederlandse normen en waarden worden geweld aangedaan zonder dat de immigrant inziet wat hij zijn gastheer aandoet. Op deze wijze vormen immigranten een levensgroot gevaar, omdat de tolerantie dan wel van de politici komt, maar niet van de allochtoon en uiteindelijk ook niet van de autochtone locale Nederlandse bevolking die met de ellende geconfronteerd wordt. De politici onderkennen dit gevaar niet, aldus Pinto. Pinto ziet maar één oplossing. Immigranten zullen op een radicaal andere wijze benaderd moeten worden. En wel volgens de driestappen methode. De immigratieambtenaar zal voldoende kennis moeten bezitten van de moslimcultuur, met name zal hij zich bewust moeten zijn dat een moslim ja en amen zal zeggen op wat hij hem voorhoudt, maar dat zoiets alleen bedoeld is om hem niet voor het hoofd te stoten en zeker niet dat de moslim aanvaardt wat hij zegt. De immigratieambtenaar zal de moslim duidelijk moeten maken dat hij weet dat hij op die manier wordt voorgelogen, om de tuin geleid wordt. De moslim moet duidelijk gemaakt worden dat zoiets hier anders opgevat wordt, zoiets hier niet is toegestaan, hij hier niet toegelaten wordt. Omdat van een moslim niet verwacht kan worden dat hij zal integreren, zijn ogenschijnlijke bereidheid daartoe heeft geen waarde omdat zijn eigen cultuur hem dat verbiedt en toestaat op dit punt te liegen, zal hem duidelijk gemaakt moeten worden dat hij zich zal moeten onderwerpen. De westerse verdraagzaamheid geldt niet tegenover onverdraagzame culturen als de zijne. Wil hij wel toegelaten worden zal hij duidelijke antwoorden moeten geven. De vragen die hij krijgt zullen rechtstreeks betrekking moeten hebben op zijn persoonlijke situatie. De vragen zullen erop gericht moeten zijn te achterhalen of de immigrant voor– of tegenstander is van bijvoorbeeld eerwraak en dergelijke met de westerse waarden botsende zeden en gewoonten. Als daar geen betrouwbaar antwoord op wordt gekregen zal dat moeten leiden tot afwijzing.

Volgens de driestappen methode van Pinto wordt zodoende de vreemde immigrant tot het inzicht gebracht dat hij een keuze moet maken, vóór Nederland of tegen Nederland. De islam is niet vredelievend, kent geen mededogen met ongelovigen. Een ogenschijnlijk vredelievend optreden tegenover rabbijnen, priesters of dominees, zoals dat in grote westerse steden voorkomt, is bedrieglijk. Het is het verbloemen van het werkelijke doel, een wereldse islamitische overheersing. Tot behoud van het Nederlandse cultuurgoed, het voorkomen van aanslagen en ook het recht in eigen hand nemen dient de immigratie te worden beperkt, salafistische moskeeën te worden gesloten en haatimans geweerd.

Ik parafraseer hiermee het boek en de methode Pinto, maar als ik het goed heb begrepen komt het daar op neer.

Mijn eigen commentaar op het boek is het volgende.

Op bladzij 45 schrijft Pinto: “Verklaar desnoods iedere discussie over religie in dit verband taboe, behoudens in het kader van wetenschap (theologie, filosofie, godsdienststudies)”. Persoonlijk ben ik pessimistischer over de religie als zodanig. Westerse religies mogen tegenwoordig verdraagzaam lijken, vroeger waren zij dat zeker niet. Zie wat dit betreft mijn opstel ‘Godsdienst als grondrecht’ geplaatst op deze weblog op 23 november 2014.

Op de bladzijden 66 en 67 heeft Pinto het over een rangorde van normen en waarden en stelt vast dat rechtvaardigheid vast en zeker belangrijker is dan discretie en betrouwbaarheid waarschijnlijk van meer belang dan openheid. Als we het hebben over westerse waarden mis ik hierin de elementen beheersing en de plicht het beste uit jezelf te halen als onderdelen van beschaving. Beheersing in machtsvertoon, maar ook kleinschaliger in de zin van een gezond leven leiden, de plicht het beste uit jezelf te halen.

En hier stuit ik op de zwakte in de westerse samenleving. Want niet alleen is de sociale welvaartsstaat, hoe aantrekkelijk die ook moge lijken, in wezen de oorzaak van het immigrantenprobleem, deze door mij aangehaalde westerse waarden zijn in de sociale welvaartsstaat haast loze woorden geworden. Als advocaat behandelde ik ooit een zaak van een scheepstimmerman op wiens gereedschap door de sociale dienst beslag was gelegd, in strijd met het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, dat voorzag in een beslagverbod op werktuigen van de ambachtsman. Dat wetsartikel uit de eerste helft van de negentiende eeuw had als ratio dat de ambachtsman door het beslag niet van zijn broodwinning beroofd mocht worden. De sociale dienst betoogde dat het wetsartikel achterhaald, uit de tijd was omdat er nu sociale voorzieningen waren. Als advocaat betoogde ik dat het wetsartikel wel degelijk ook voor de huidige tijd voorzag in de bescherming van de ambachtsman, die niet beroofd mocht worden van de middelen om zijn vaardigheden op peil te houden. In hoger beroep kon ik het gerechtshof voor deze gedachte winnen en won de zaak. Ik kom op deze kwestie omdat hiermee ook de zwakte van de sociale welvaartsstaat wordt bloot gelegd. De mensen worden als kasplanten die zodra de ruiten breken niet overleven. Om terug te komen op beide vermelde beschavingselementen zoals ik die zie, beheersing en de plicht het beste uit jezelf te halen, in de sociale welvaartsstaat zijn dat haast loze woorden geworden. De leus ‘ieder mens is uniek’ leidde tot een vrijbrief er maar op los te leven. Alle nadruk werd gelegd op het (stem) recht, niet op de verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt, niet op het feit dat het toekennen van een recht uiteindelijk altijd ten koste van iemand anders gaat, al blijft die voorlopig onzichtbaar. Zoals gezegd, in wezen is het immigrantenvraagstuk terug te voeren op de sociale welvaartsstaat. In de jaren 1950 niet lang na de oorlog ontstond er officieel werkloosheid. Maar de fabrieken konden geen arbeiders krijgen. Van de ziektewet en de arbeidsongeschiktheidswet werd massaal misbruik gemaakt. De westerse waarden die nu beschermd moeten worden tegenover de binnendringende immigranten hebben nimmer geleefd bij de gewone Nederlander. Techniek en discipline die de welvaartsstaat mogelijk hebben gemaakt zijn het resultaat geweest van de inspanningen van een kleine elite die het beste voor had met de eenvoudige man. De leerplicht is ingevoerd omstreeks 1900 en heeft heel lang gegolden tot de leeftijd van 14 jaar. Van de omslag van het middeleeuwse feodale denken naar de grondslagen van Montesquieu heeft de eenvoudige Nederlander geen weet. Deze leeft in de sfeer van televisieprogramma’s als Big Brother en dergelijke. Rijkdom wordt in Nederlandse ogen gezien als bedrog (wat het helaas in sommige gevallen ook is, misstanden zullen er altijd blijven), als uitbuiting en het wordt tegelijkertijd begeerd als het middel een zorgeloos bestaan te leiden. De huurdersverplichting uit het burgerlijk wetboek om als een goed huisvader voor het gehuurde te zorgen is een lachertje geworden en er is zelfs iemand gepromoveerd op de stelling dat kraken wettelijk moet worden toegestaan.

Het probleem was er dus al. Door de immigranten met een middeleeuwse achtergrond is het alleen maar erger geworden. Hoe is daar tegenop te komen? Ik zou zeggen door alleen maar rechten te geven als daar een tegenprestatie tegenover staat. Zij die geen tegenprestatie kunnen leveren hebben geen rechten maar aanspraken op zorg, ofwel in leeronderricht, ofwel in levensonderhoud. De leus ‘daar heeft u recht op ‘, bedacht door politieke stemmentrekkers die langs de deuren gingen, is te vergelijken met de boodschap van kwakzalvers die doodzieke mensen beloven hen beter te kunnen maken. Positieve grondrechten zijn uit den boze. Het doet de inspanningsverplichting verdampen. Stemrecht komt niet toe aan hen die zich niet willen voegen naar de samenleving die ze te eten geeft. Meer in het bijzonder zou ik willen zeggen, geef alleen stemrecht aan hen die de leeftijd van dertig jaar hebben bereikt en die een examen hebben afgelegd te vergelijken met het vroegere middenstandsexamen. Het zal analfabeten stimuleren hun achterstand in te halen. Zij die (nog) geen prestatie kunnen leveren hebben aanspraak op zorg in natura, niet in geld. Geld schept geen gezelligheid, die schep jezelf, ook zij die geen prestatie meer kunnen leveren. Geld is bedoeld voor hen die ermee kunnen omgaan.

Veel thema’s van Pinto komen ook in mijn romans voor, zoals de politieke correctheid vanuit het salonsocialisme en de ellende die zij daarmee veroorzaken. Aan de oplossing die Pinto biedt ter voorkoming van meerdere gruweldaden door moslims zou toegevoegd kunnen worden hier veel minder media aandacht aan te geven. Immers de terreurgroepen menen hun doel te kunnen bereiken juist door die media aandacht.

Op bladzijde 98 van zijn boek schrijft Pinto dat binnen enkele uren na de moordaanslagen door Mohammed Merah in Toulouse zo’n tweeduizend Franse moslims hun steun aan Merah betuigden. Buurtgenoten feliciteerden de moeder van Merah met de heldendaad van haar zoon en als steunbetuiging aan Merah schoot in de eerste tien dagen na de aanslag in Frankrijk het aantal antisemitische incidenten met veertig procent omhoog. Wat Pinto niet vermeldt is dat na de aanslagen door Merah, niet alleen in Toulouse maar ook in Montauban, de Franse president François Hollande op de televisie wist te melden dat de Franse moslims het eerste slachtoffer waren.

Geert Wilders wil de islam verbieden omdat het een terroristische organisatie zou zijn. Het is waar, na het lezen van het boek van Pinto, waarin de werkelijke ideologie van de islam uit de doeken wordt gedaan, kan je inderdaad moeilijk geloven aan een vredelievende organisatie. De islam heerst in 25 procent van de wereld en daar is geen enkele plek waar het rustig is. Er heerst oorlog of er vinden aanslagen plaats, alles uit naam van de islam. Ook onderling, soennieten en sjiieten bestrijden elkaar op leven en dood. Volgens het voorwoord op het boek door Floris van den Berg biedt niettemin het manifest van Pinto een alternatief voor de strategie van Wilders in de PVV, die de problemen met multiculturalisme wel aankaart, maar die niet met goede en structurele oplossingen komt. De oplossing van Pinto zou daarin liggen dat de islam immigrant gedwongen moet worden te kiezen, iets wat hij met de huidige politiek correcte opstelling, ten onrechte gebaseerd op de veronderstelling dat een islamiet westerse waarden kan aanvaarden, niet hoeft.

Het is waar, Wilders heeft geen oplossing voor het probleem. Integendeel, hij gaat het probleem uit de weg. De islamafobie weggedacht is zijn politieke programma te vergelijken met die van de SP. Een programma dat de individuele mens niet aanspreekt op zijn verantwoordelijkheden.

Het boek van Pinto verklaart de cultuurbotsing met de door hem beschreven premoderne fijnmazige F structuur, en de moderne grofmazige G structuur. Volgens inleider Paul Cliteur zou men de F structuur totalitair kunnen noemen, waarin alles geregeld is, alles vastligt. De moderne G structuur is individualistisch. De mens is vrij en wordt geacht zijn eigen keuzes te kunnen maken.

En dan bespeur ik een zekere leemte in het betoog van Pinto. Want het valt op dat het socialisme veel overeenstemming heeft met de beschrijving van Pinto van de premoderne mens. Vooral de afhankelijkheid van elkaar, de onvrijheid ofwel het onvermogen zelf initiatieven te nemen, de loketcultuur waar een ander het wel voor je zal regelen, zoals dat vooral in de lagere milieus voorkomt, heeft veel overeenkomst met de omstandigheden in een oosterse cultuur. Het is in dit opzicht niet verwonderlijk dat van socialistische zijde zoveel begrip bestaat voor de moslim en ook dat zwakkelingen zo vatbaar zijn voor de islam, voor de jihad. Het is aantrekkelijk omdat het leven een doel krijgt en jezelf geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen.

Opmerkelijk is voorts dat de verschillende situaties die Pinto beschrijft ook opgaan, zij het in sterk afgezwakte vorm, voor de verschillen tussen noordelijke en zuidelijke Europese landen, zelfs tussen Nederland en Belgie. Het lijkt erop dat de G structuur vooral heerst in landen die vroeger voor het protestantisme kozen en de F structuur in landen die katholiek bleven. Zonder een kenner van deze historie te zijn zou aldus de verlichting protestantse wortels hebben, die uiteindelijk ook de katholieke landen heeft bereikt.

Samenvattend komt het boek van Pinto op het volgende neer:

1. De islam heeft als hoofddoel het bestrijden van de ongelovige, dat wil zeggen zij die niet in de islam geloven, zich er niet aan onderwerpen. Het is niet vredelievend maar oorlogszuchtig. Het is niettemin verkeerd de aanbevelingen van Wilders te volgen omdat het niet bijdraagt aan een vreedzame oplossing van het probleem. Wèl moet de immigratie beperkt worden, salafistische moskeeën gesloten worden en haatimans geweerd. De door overheid en bedrijfsleven te volgen driestappen methode (DSM) zal de immigrant doen inzien waarvoor hij moet kiezen, zich blijven onderwerpen aan de islam en dan terug naar huis of zich onderwerpen aan het Nederlandse bestel. In aansluiting op het betoog van Pinto meen ik ook dat de immigrant zich vooral bewust moet zijn zich te moeten onderwerpen aan het Nederlandse bestel, want aanvaarden komt in zijn cultuur niet voor. Het huidige beleid van de overheid, dat begrip heeft voor het wangedrag van de immigrant vanwege zijn achtergrond, is een absolute misvatting van het probleem. Het is de oorzaak van de ellende die we over onszelf hebben afgeroepen. Het leidt niet tot integratie. Allochtonen met een moslim achtergrond kunnen niet integreren in de Nederlandse samenleving. Zij kunnen zich daar alleen aan onderwerpen en bij de juiste aanpak zullen zij dat ook doen. Ook al omdat zij gewend zijn zich te onderwerpen aan een hogere macht. Die hogere macht ontbreekt bij het huidige beleid van de zogenaamde politieke correctheid en leidt tot een vrijbrief voor misdadig gedrag.