Te vaak kwamen er ongewenste beelden uit het verleden boven die verdwenen hadden moeten blijven. Hij begreep het niet. Waarom bleef alles waar hij zich wel op meende te kunnen beroepen onder de radar? Want die vraag kon hij zich pas stellen door alles met zijn verstand na te gaan, af te tasten, niet door lekker onderuitgezakt het gemoed de vrije loop te laten. Steeds opnieuw nam hij zich voor aan de toekomst te denken waar met een beetje fantasie het beloofde land lag en boosaardige geesten geen kans kregen.

Hij was op het vliegveld voor een reis naar Nederland om de buluitreiking van zijn kleindochter bij te wonen. In de vertrekhal, het vliegtuig had vertraging, had hij gelezen over de veldslag te Austerlitz van Napoleon tegen de alliantie van Oostenrijk en Rusland met de generaals Kienmayer, Langeron, Doctorev, Przbyszewski, Miladorovitch en natuurlijk Koetoesov. Op 2 december 1805 heel vroeg bij het aanbreken van de dag probeerden zij de slagorde te ontwaren die Napoleon had opgesteld. Tevergeefs, de dikke mist benam het zicht. De Oostenrijks Russische alliantie waande zich met hun overmacht van 90.000 man superieur aan de Fransen met hun 75.000 man.

De hele dag duurde slag met wisselende kansen. Achteraf werd het de Drie Keizerslag genoemd. Omdat er drie keizers aan deelnamen, Napoleon een jaar eerder tot keizer gekroond, Franz II keizer van het Heilige Roomse Rijk en tsaar Alexander van Rusland.  Napoleon wint de slag door de tegenstander te misleiden. In Frankrijk bestaat een genootschap met vrijwilligers die eens in de zoveel tijd de slag naspelen in nagemaakte authentieke kostuums.

Over die in scène gezette reconstructie bestaat ook weer een film met een moordintrige omdat op een van de acteurs met scherp wordt geschoten in plaats van met losse flodders. De intrige was heel bijzonder, een misdaad gepleegd in een wereld van goedwillende de historie naspelende bevlogelingen. Het geld zou geen rol spelen. In Rusland werd ooit een ballerina vergiftigd door een jaloerse concurrente die haar succes misgunde. Iets dergelijks deed zich ook voor in de tenniswereld. Een Duitser stak Monica Seles met een mes in de rug om zo Steffi Graf Wimbledon te kunnen laten winnen.

Al mijmerende dacht hij dat het leven alleen maar kon bestaan dankzij de herinnering. Alles wat wij beleven, meemaken verwordt in een luttele seconde weer tot herinnering. Het heden bestaat eigenlijk niet. Dat is het verschil tussen jong en oud dacht hij. Volgens zijn verstand moest het met zijn leeftijd afgelopen zijn. Maar niet voor zijn gevoel. Dat hij ieder moment onder de bus kon komen of iets met hetzelfde gevolg, je ook zomaar kon omvallen en het best een voltooid leven leek deed daar niet aan af. Het vlieden van de tijd openbaart zich pas op het laatst.

In de vertrekhal stond een piano. Muziek is een wonder dacht hij en zette zich er achter.  Hij beroerde de toetsen en fantaseerde wat. Loopjes ontstonden onder zijn handen.  Ooit had hij een film gezien over de slag bij Stalingrad. In die afschuwelijke veldslag bij temperaturen tot wel twintig graden onder nul gebeurde er ook een klein wonder. In een vlaag van menselijkheid hadden de vijanden elkaar een korte periode van rust gegund. Op eigen gezag hadden een Russische en Duitse commandant een korte wapenstilstand gesloten. Tussen de ruïnes van een huis of concertzaal stond nog een gave piano. De belachelijkheid van die aanblik loste op toen een soldaat, sergeant of officier zich niet kon bedwingen en zich erachter zette. IJle tonen van een melodie klonken tussen de zwartgeblakerde ruïnes en veranderden het slagveld in een gebedsoord waar haat, agressie, angst, machtswellust, killerinstinct uitgebannen waren en aan beide zijden van de frontlinie de geharnaste soldaten geroerd onbeweeglijk bleven luisteren.

Die hemelse ogenblikken duurden tot in de verte een schot klonk, de klanken wegstierven en iedereen bij zinnen kwam. Verlaten posities werden schielijk weer ingenomen en onverbiddelijk barstte het geweld weer los. Hij dacht aan Mozart en speelde de maten van zijn eerste pianostuk, getoonzet als vijfjarig wonderkind. Altijd weer beroerde hem de eenvoud van de compositie. Het was zo simpel dat iedereen het had kunnen bedenken, zo leek het wel. Het is die goddelijke vonk die van een paar strepen in het zand een meesterwerk maakt. Hij stond op van de piano, keerde zich om en zag weer die ongenaakbare jonge vrouw die hem eerder als oude man geen blik waardig had gekeurd. Maar nu keek ze naar hem, met een dankbare glimlach om haar mond, in opperste verbazing wat haar overkomen was.