Jacqueline Sauvage

In Frankrijk is Jacqueline Sauvage wegens moord op haar man Norbert Marot, die zij op 10 september 2012 met een jachtgeweer in de rug had geschoten, tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld, zowel in eerste instantie als ook in hoger beroep. Evenwel op 28 januari 2016 heeft François Hollande haar gratie verleend en is zij onmiddellijk in vrijheid gesteld. Haar zaak had in Frankrijk veel media aandacht gekregen, met name van vrouwenbewegingen die streden tegen la violence conjugale, het huiselijk geweld door mannen. Bekende figuren als de actrices Eva Darlan en Anny Duperey, de vrouwelijke burgemeester van Parijs Anne Hidalgo, de politici Daniel Cohn-Bendit en Jean-Luc Melanchon ondersteunden het verzoek om gratie. Volgens haar eigen zeggen had Jacqueline Sauvage meer dan 20 jaar geleden onder de tirannie van haar echtgenoot. Na haar vrijlating verscheen Jacqueline Sauvage op de tv vergezeld van haar beide advocaten om haar verhaal te doen in het avondjournaal. Deze 70-jarige vrouw zag er vooral opgelucht, zelfs wat opgeruimd uit, zeker niet uit als een vrouw die zolang onder huiselijk geweld had geleden.

Tot mijn aanvankelijke verbazing zette mijn gesprekspartner grote vraagtekens bij deze gratieverlening. Toch begreep ik wat ze bedoelde. Die vrouw had haar man in de rug geschoten, kennelijk op een onverdacht moment, in koelen bloede. Die meer dan 20 jarige mishandeling was geen rechtvaardiging. Zij had bij haar man weg kunnen gaan, steun zoeken bij hulpverleners. Als haar daad gerechtvaardigd zou worden liepen de levens van veel mannen gevaar. Zo moesten ook de rechtbank en in hoger beroep het gerechtshof geoordeeld hebben. Maar was het niet zo dat een vrouw die leeft onder de terreur van een man het idee krijgt zolang hij leeft is mijn leven niet zeker? Kortom moord als légitime défense, gerechtvaardigde verdediging. Waar kan zo’n vrouw heen met haar kinderen? Justitie kan de man straffen en een enkelband laten dragen. Maar tegen vastbesloten types die zich zo hun speelgoed ontnomen zien is weinig kruid gewassen. Zo moeten ongeveer de bekende figuren die de media aandacht ontketenden en 340 000 handtekeningen voor haar vrijlating wisten te verzamelen erover gedacht hebben.

Norbert Malot was zeker volgens getuigen een man met woedeuitbarstingen, rap met beledigingen en geneigd tot geweld, ook bang voor de justitie. Maar ook Jacqueline Sauvage schuwde het geweld niet. Getuigenissen meldden dat zij aan een man een oorvijg had uitgedeeld en dat zij het liefje, de maitresse van haar man destijds, opjoeg met een jachtgeweer naar het stadhuis. Het gevangenispersoneel beoordeelde haar als gemeen, méchant, en autoritair. Volgens de openbare aanklager was zij een vrouw met karakter, intelligent, een vrouw die altijd in het transportbedrijf van haar man gewerkt had, ze kon haar woordje doen, zich wreken op het liefje van haar man, haar buurvrouw beledigen en ze gaf er blijk van in staat te zijn tot geweld. Het medisch onderzoek had niets laten zien van mishandelingen die zij beweerde te hebben geleden. Ook de buren hadden nooit mishandelingen bij de vrouw opgemerkt. De dochters ondersteunden het verhaal van hun moeder, maar hun constateringen werden niet gestaafd met feiten. Verschillende getuigen, waaronder de broer van Jacqueline Sauvage, bevestigden dat zij nimmer de beweerde mishandelingen door Norbert Malot hadden gezien. Op 10 september 2012, de dag van de moord, hadden Jacqueline Sauvage en haar man ’s ochtends onenigheid over hun transportbedrijf. Om 13.30 uur zou ze zijn gaan slapen. Om 16.00 zou ze plotseling gewekt zijn door haar man om eten te maken. Hij zou haar toen hebben bedreigd, geslagen en een ketting van haar hebben afgerukt. Behalve een snee op haar lip kon het medisch rapport geen andere sporen van geweld op haar lichaam aantreffen. Voor de geplande middagslaap van vijf uur zou ze medicijnen hebben ingenomen. Echter het medisch onderzoek trof geen sporen van medicijngebruik aan. In het huis van bewaring had ze verklaard naar beneden te zijn gegaan om patronen voor haar geweer te halen. Voor de rechtbank verklaarde ze de patronen uit haar zakken te hebben gehaald, overgebleven van een jachtpartij. Zij zou om 16.00 uur de schoten hebben gelost, dus kennelijk vrijwel direct nadat ze door haar man gewekt was. Echter de schoten waren door de buren gehoord om 19.20 uur. Bovendien verklaarde een buurvrouw Norbert Malot die middag nog om 17.30 te hebben gezien. Jacqueline Sauvage beweerde de drie schoten gelost te hebben met de ogen dicht, wat vreemd is voor een ervaren jaagster, welke zij was.

De behandeling in de media en de gratieverlening door François Hollande hebben de woede gewekt van advocaten, magistraten en rechtsfilosofen. De advocaat Régis de Castelnau hekelt de cultus van ‘onschuldige schuldigen’ georkestreerd door de media, als de kippen erbij om justitiële beslissingen te bestrijden zonder de moeite te nemen de juridische dossiers te lezen. Hij beschouwt de gratieverlening als een belediging van de onafhankelijke rechtspraak. De advocate Florence Rault, gespecialiseerd in zaken van sexueel misbruik van minderjarigen, wijst eveneens de media behandeling af met het oogmerk het feminisme te steunen dat zich ziet als slachtoffer en zo bevestigd te krijgen de onmogelijkheid van geweld door vrouwen. Zij wijst op de afwezigheid van een medisch rapport dat de beweerde mishandelingen aantoont. Zij verbaast zich over de aantijgingen van de drie dochters over het sexueel misbruik door hun vader, die ze waren vergeten maar zich na dertig jaar plotseling weer haarscherp kunnen herinneren. De magistraat Philippe Bilger noemt het onbegrijpelijk dat tijdens de 47 jaar van mishandeling er nimmer een reactie van Jacqueline Sauvage is gekomen. De filosoof Robert Redeker bestempelt de gratieverlening als een belediging van de democratie ingegeven door een ideologie van slachtofferschap. De filosoof Michel Onffray zet eveneens grote vraagtekens bij de gratieverlening, die justitiële beslisssingen terzijde schuiven, wat de weg opent naar een recht op zelfverdediging om naar eigen believen geschillen te vereffenen. De vereniging van de magistratuur toont zich verontwaardigd over de gratie, in weerwil van een dubbele veroordeling, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Volgens de secretaris generaal Marie-Jane Ody wordt door de gratieverlening al het juridische werk uitgegumd. President Hollande had eerder een gedeeltelijke gratie verleend door een voorwaardelijke invrijheidstelling op gezag van de rechterlijke macht mogelijk te maken, welk verzoek daartoe door de rechter werd geweigerd. Marie-Jane Ody verzucht: ‘Alle dagen van het proces zijn naar de prullebak gegooid door een lid van de uitvoerende macht, die ingrijpt na slechts een comité van ondersteuning te hebben gehoord’. Zij pleit voor het schrappen van deze mogelijkheid van presidentiële gratieverlening, een overblijfsel uit het royalistische tijdperk, onverenigbaar met de democratie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

Wat heeft president Hollande bewogen tot deze beslissing, welke inderdaad na kennisneming van de details strijdt met de wezenselementen van een behoorlijke rechtspleging? De feiten spreken in het nadeel van Jacqueline Sauvage. Haar zaak is niet te vergelijken met die van Alexandra Lange, die haar man doodstak terwijl hij bezig was haar te wurgen en Alexandra Lange werd vrijgesproken wegens légitime défense, het recht op zelfverdediging. De ondersteuning die Jacqueline Sauvage kreeg baseerde zich in haar geval op dat recht op zelfverdediging. Maar zij schoot haar man met drie kogels in de rug die ze beneden was gaan halen volgens haar verklaring in het huis van bewaring, maar die vanwege een vorige jachtpartij nog in haar zak zaten volgens haar verklaring tijdens het proces. Een presidentiële gratieverlening lijkt tot de gerechtvaardigde mogelijkheden te behoren na een juridische blunder, zoals in het geval van Massimo Carlotto in Italië.

In 1976 ontdekt Carlotto het levenloze lichaam van een jonge vrouw. Voordat hij het weet, wordt hij gepromoveerd van getuige tot verdachte en moordenaar. Dat Carlotto lid is van een extreem-linkse groepering is reden genoeg om hem maar meteen schuldig te verklaren. Na een eerste veroordeling weet Carlotto het land te ontvluchten, eerst naar Parijs, en later naar Mexico. Wanneer hij besluit zijn vluchtelingenstatuut om te zetten in een vast verblijf, zij het onder een valse naam, wordt hij verraden door zijn advocaat en het land uitgezet. Ironisch genoeg komt Carlotto, terug in Italië, tot de vaststelling dat niemand naar hem op zoek is. Pas na dertien dagen wordt ergens een aanhoudingsbevel uit een lade opgedoken, en verdwijnt Carlotto terug achter de tralies. Er volgen zeven jaren van rechtszaken, brute pech en juridische blunders, alvorens Carlotto gratie wordt verleend door president Scalfaro.

In het geval van Jacqueline Sauvage lijkt daar geen sprake van te zijn. De ondersteuning van Jacqueline Sauvage berust op stemmingmakerij. François Hollande moet zich daarvan bewust zijn geweest. Anders is hij geen knip voor de neus waard. Er moeten andere overwegingen zijn geweest. Zal hij gedacht hebben de geschiedenis te kunnen ingaan als François le Juste, Frans de Rechtvaardige, na een mislukt presidentschap? Of heeft hij zich echt laten overmannen door weeklagende vrouwen, geen raad wetende met hun lotsbestemming? Helaas voor François Hollande ben ik bang dat zijn grootse gebaar gevoegd moet worden bij die andere die hem steeds verder hebben doen wegdrijven van het beeld dat hij het aantreden van zijn presidentschap voor ogen had, gelet op de woorden van destijds. Of wist hij toen ook al dat zoiets onhaalbaar was, maar hij het sprookje nog wel vijf jaar lang voor zich kon blijven uitschuiven?