WAAROM GROEI?

Economen hebben het over groei. Het is een toverwoord voor politici. De president van Frankrijk, François Hollande, dacht hiermee zijn verkiezingsbeloften te kunnen inlossen. Angela Merkel moest ophouden vast te houden aan bezuinigingen. Sterker nog, met een beroep op de solidariteit moesten verkwistende zuidelijke landen door middel van euro-obligaties geld kunnen blijven lenen, waarvoor zuinige noordelijke landen moesten blijven instaan. Wie betaalt de rekening?

Groei zou onmisbaar zijn voor de economie. Maar dat is het helemaal niet. Tenminste niet als alibi, rechtvaardiging zou een te groot woord zijn, om meer geld uit te geven dan je hebt. Als er werkelijke groei is, dat wil zeggen dat iedereen ieder jaar rijker wordt, geeft de financiering van dat tekort met die toekomstige nieuwe rijkdom toch het resultaat dat wat je niet hebt verdiend al eerder is uitgegeven. Zoals je van de bank elk jaar een schuld mag opbouwen omdat je het volgend jaar meer verdient.

U begrijpt al waar de schoen gaat wringen. Dat gaat misschien een tijdje goed, maar op een gegeven ogenblik zegt die bank: ‘Hoho, laat eens kijken wat je hebt?’ en dan moet je met je billen bloot. Wat was die groei eigenlijk? Zijn het meer producten? Zijn het meer vorderingen die je hebt uitstaan? Zijn al die vorderingen wel inbaar?

Het staat en valt met het geloof van hem of haar die jou voor je ondernemingsplan geld wil lenen. Moeten die noordelijke landen werkelijk geloven dat die zuidelijke landen gaan groeien?

Er is ook nog iets anders. Als groei betekent dat er met dezelfde arbeid meer producten geproduceerd worden komen er inderdaad meer producten beschikbaar. In de aanname dat de staatstekorten worden gedekt met groei betekent dit dat een jaar te laat goederen geproduceerd worden die al eerder zijn verbruikt. Kortom het verhaal van de lease auto, als je van je schuld af bent is de auto ook alweer versleten en ben je weer terug bij af. Prima, zeggen de groei ideologen, zo moet het ook, geld moet rollen.

Dit lijkt op een wiskundige figuur die in werkelijkheid niet bestaat, zoals ook de relativiteitstheorie alleen op papier bestaat. Al die gedachten op papier maken dat het oog gesloten blijft voor de werkelijkheid. Want steeds meer producten betekent uiteindelijk niets meer en niets minder dan verstikking en vervuiling. In deze tijd, willen wij de planeet redden, moeten wij niet groeien maar inkrimpen. Dat inkrimpen betekent verstandiger en langer met de bestaande middelen omgaan.

Het gevolg zal zijn dat iedereen minder verdient en om het hoofd boven water te houden zal iedereen vindingrijker moeten worden om zichzelf te redden, harder werken en minder feest vieren. Dat is geen aanlokkelijk vooruitzicht en daarom houden sommige politici dat ook maar liever voor zich. Daarmee is in feite alles gezegd over hun geloofwaardigheid.

Als er politici zijn die dit wel voor hun rekening durven nemen is er een troost. Op den duur zal er evenwicht komen in de malaise en zelfs ook meer welvaart, omdat alles goedkoper wordt, de mensen gelukkiger zijn met minder middelen en geen kostbare tijd verspild wordt aan losbandigheid en verslaving.

‘Leuke dingen voor de mensen’, zoals Den Uyl indertijd op de begroting wilde met de opbrengsten van de aardgasbaten, blijken achteraf minder leuk te zijn. Als de politiek onmachtig is hun kiezers een menswaardig lot te laten kiezen zal de natuur ingrijpen en de rekening presenteren.

Eén vraag blijft door mijn hoofd spoken. Wat hebben die groenen eigenlijk bij links te zoeken?