MADAME >BOVARY

Het boek Madame Bovary van Gustave Flaubert verscheen voor het eerst als feuilleton, om de twee weken in zes afleveringen van 1 oktober tot 15 december, in de Revue de Paris jaargang 1856. Het veroorzaakte onmiddellijk een schandaal. Het openbaar ministerie klaagde de schrijver aan voor smaad tegen de goede zeden, de publieke en godsdienstige moraal. Het voert te ver de bijzonderheden van het proces hier weer te geven. In wezen kwam de klacht erop neer dat het een wellustig, zinneprikkelend boek over een overspelige vrouw was, die jonge meisjes op verkeerde gedachten kon brengen. Gustav Flaubert werd verdedigd door de vermaarde advocaat maître Marie Antoine Jules Sénard. Eerder was Sénard minister van Binnenlandse Zaken en voorzitter van de Assemblée Nationale geweest. Geen kleine jongen dus.

Maître Sénard verdedigde hartstochtelijk dat het boek geenszins immoralistisch was. Integendeel, het wilde slechts laten zien hoe verkeerde opvoeding de positie van Emma Bovary als vrouw van een notabele plattelandsarts zou ondermijnen. Haar moeder was al vroeg gestorven en als enig kind van een boer was zij op zichzelf aangewezen. De grote wereld deed zij op uit romannetjes die weinig van doen hadden met de werkelijkheid. Haar opvoeding op een kloosterschool voegde daar weinig gaan toe.

In wezen hield de verdediging van maître Sénard een aanval in op de praktijk van de gangbare geloofsbelijdenis, die jonge meisjes devotie wil bijbrengen met voorbeelden die te ver van hen afstaan om ze op het leven voor te bereiden. In plaats van het kind de praktijk van het leven te doen inzien, te onderscheiden tussen het goede en het slechte, beheersing bij te brengen, wordt het opgevoed met wezensvreemde voorbeeldjes van deugdzaamheid, vroomheid, situaties waarin zij zich niet kan herkennen. Zo heeft Gustave Flaubert de dwaalweg van Emma Bovary gezien.

D’oừ il arrive que vous avez beaucoup de femmes fort dévotes, qui ne sont pas religieuses du tout. Et quand le vent les pousse hors du chemin où elles devraient marcher, au lieu de trouver la force, elles ne trouvent que toute espèce de sensualités qui les égarent.

Aldus maître Sénard.

Naar hedendaags inzicht lijkt dit op de klacht van de vrouwenemancipatiebeweging in de jaren zeventig, die zich richtte tegen de valse voorstelling van de prins op het witte paard. Toch, heden ten dage kan men zich de beroering over het boek niet meer goed voorstellen. Wellicht ontstond die omdat in het boek niet zichtbaar stelling werd genomen, iets wat maître Sénard in zijn pleidooi overigens ontkende. Maar goed, was er in het boek openlijker, zichtbaarder stelling genomen dan zou dat alleen maar in het nadeel van Emma Bovary hebben kunnen uitvallen. Geen schrijver in die tijd zou het voor een overspelige vrouw hebben durven opnemen. Jezus schreef dan wel in het zand en redde zo een overspelige vrouw van steniging, volgens de wet van Mozes, maar ook hij zei: “Ga naar huis en zondig niet meer.” (Joh. 8.1)

Gustave Flaubert werd vrijgesproken. Toch was de rechtbank zuinig, getuige de volgende overwegingen:

« Attendu qu’il y a des limites que la littérature, même plus légère, ne doit pas dépasser, et donc Gustave Flaubert et co-inculpés paraissent ne s’être pas suffisamment rendu compte; »

Maar verzachtend :

« Qu’il a eu le tort seulement de perdre parfois de vue des règles que tout écrivain qui se respecte ne doit franchir, et d’oublier que la littérature, comme l’art, pour accomplir le bien qu’elle est appelée à produire, ne doit pas seulement être chaste et pure dans sa forme et dans son impression; »

Met als oordeel :

« Dans ces circonstances, attendu qu’il n’est pas suffisamment établi que Pichat, Gustave Flaubert et Pillet se soient rendu coupables des délits qui leur sont imputés;

« Le tribunal les acquitte de la prévention portée contre eux et les renvoie sans dépens. »

Er komt nu een toneelvoorstelling van het boek op de planken. In het televisieprogramma Opium van zaterdag 20 september jongstleden was een gesprek met Susan Visser die madame Bovary speelt. Ook haar werd gevraagd naar het wezen van madame Bovary. Zo te zien overviel het haar. Zij had zich meer voorbereid op de uitbeelding van haar rol, zoals het toneel zich met stereotypen weet te bedienen. Toneel moet herkenbaar zijn. De actrice wist niet veel meer te zeggen dan dat madame Bovary een droomvrouw was. Zij verbeterde zich. Neen, niet een droomvrouw (zoals mannen zich die dromen moet zij verschrikt gedacht hebben) maar een vrouw die droomt. Verder kwam de actrice niet. Zij had het boek op zeventienjarige leeftijd gelezen en was er helemaal door overdonderd, zonder zich goed te kunnen voorstellen wat er aan de hand was.

Deze ontboezeming is herkenbaar omdat het leven voor jonge mensen een raadsel is, al zijn zij zich daarvan niet bewust. Naarmate men ouder wordt het allemaal begrijpelijker, het raadsel echter niet minder.

Wat de roman Madame Bovary betreft moet het maar een raadsel blijven, omdat juist dat blijft boeien. Wel meen ik dat ergens in het boek (blzz 119, 120, Flammarion, Paris, 1986) in enkele volzinnen een tip van de sluier wordt opgelicht. Het verklaart haar gedrag en onderstreept het betoog van maître Sénard voor zijn verdediging van Gustav Flaubert, al heb ik het in zijn pleidooi niet terug kunnen vinden. Ik laat de bewuste passage uit het boek hier volgen.

‘Tout ce qui l’entourait immédiatement, campagne ennuyeuse, petits-bourgeois imbéciles, médiocrité de l’existence, lui semblait une exception dans le monde, un hasard particulier où elle se trouve prise, tandis qu’au-delà s’étendait à perte de vue l’immense pays des félicités et des passions. Elle confondait, dans son désir, les sensualités du luxe avec les joies du cœur, l’élégance des habitudes et les délicatesses du sentiment. Ne fallait-il pas à l’amour, comme aux plantes indiennes, des terrains préparés, une température particulière? Les soupirs au clair de lune, les longues étreintes, les larmes qui coulent sur les mains qu’on abandonne, toutes les fièvres de la chair et les langueurs de la tendresse ne se séparaient donc pas du balcon des grands châteaux qui sont pleins de loisirs, d’un boudoir à stores de soie avec un tapis bien épais, des jardinières remplies, un lit monté sur une estrade, ni du scintillement des pierres précieuses et des aiguillettes de la livrée.‘

Ofwel in mijn vertaling:

‘Alles wat haar omringde, het saaie platteland, de kleingeestige mensen, de middelmaat van alles, het scheen haar of het niet echt was, een toevalligheid waar zij verkeerde, terwijl toch een onafzienbaar land van gelukzaligheid en hartstocht moest bestaan. In haar verlangen, bij het zien van uiterlijke weelde, verwarde zij genot met innerlijke vreugde, zwier in omgangsvormen met gevoel. Zoals bij uitheemse planten, behoefde de liefde niet bijzondere omgeving, warmte? Zuchten in het maanlicht, langdurige omhelzingen, tranen die vloeien op handen van wie afscheid genomen wordt, alle opwinding en smachtende verlangens naar tederheid konden niet los staan van balkonscènes op luchtige kastelen, van kleedkamers met zijden gordijnen en weelderig tapijt, van bloembakken vol met pracht, een praalbed met baldakijn, noch van fonkelende edelstenen en de stiksels, het sierkoord op een livrei.’

In de Nederlandse vertaling van Margot Bakker (uitgave L J VEEN’S UITGEVERSMAATSCHAPPIJ NV AMSTERDAM) luidt de vertaling als volgt:

‘Alles wat tot haar dagelijkse omgeving behoorde, het eentonige platteland, de domme kleine burgers, de middelmatigheid van het bestaan, leek haar uitzondering in de wereld, een lot dat haar persoonlijk had getroffen, terwijl daarbuiten zover de blik reikte het onbegrensde land van gelukzaligheid en hartstocht zich uitstrekte. Zij verwarde in haar verlangen de zucht naar weelde met de vreugde des harten, de verfijnde manieren met de verfijningen van het gevoel. Was men niet aan de liefde, zo goed als aan de tropische planten, een geschikte bodem verschuldigd en een hogere temperatuur? De zuchten in het maanlicht, de tranen die druppelen op handen die men ten afscheid drukt, alle begeerten van het vlees, de verlangens van de tederheid waren dan ook niet los te denken van het balkon van de wijdse kastelen, waar men tijd in overvloed heeft, van een boudoir met zijden gordijnen en een week tapijt, van een op een verhoging geplaatst bed, noch van het flonkeren van kostbare edelstenen en de nestels van de livrei.’

Ik laat aan de lezer het oordeel welke vertaling aan de tekst recht doet. Hoe dit alles ook zij, het gedrag van madame Bovary blijft de gemoederen bezig houden. In deze tijd van vrouwenemancipatie ligt het voor de hand naar een rechtvaardiging te zoeken. En dat was in het vraaggesprek met de actrice Susan Visser te merken. Het licht voor de hand het schandaal in het licht van die tijd te zien. Overspel kwam natuurlijk veel voor, zeker in het in de ogen van meer noordelijke landen lichtzinnige Frankrijk. Niet dat het in de noordelijke landen niet voorkwam, maar de Franse levenskunst was om jaloers op te zijn, temeer reden er op af te geven. Toch, ook Frankrijk verborg haar zonden onder een dikke laag vroomheid, die vooral kwezelkens deugd deed.

Het blijft de vraag of Gustave Flaubert oprecht was in zijn verdediging dat het boek juist in dienst van de moraal stond. Want wat is moraal? Zijn dat de heersende wetten en zeden waaraan men dient te gehoorzamen of is dat het eigen oordeel dat voor niemand wijken wil? Andere overspelige vrouwen in de literatuur zijn Anna Karenina, Effi Briest en Eline Vere. Met hen, behalve met Effi Briest misschien, loopt het niet goed af. De vraag blijft of dat bedoeld is om te waarschuwen of dat zij het slachtoffer zijn van hun omstandigheden.

Hoe nu het toneel Madame Bovary zal laten zien valt af te wachten. Het probleem is dat Madame Bovary een icoon is zoals ook Anne Frank. Van Anne Frank is ook een toneelvoorstelling gemaakt. Blijkens de recensie van Herien Wensink in de NRC is het schrijversechtpaar Leon de Winter en Jessica Durlacher er niet in geslaagd het intieme gedachtengoed van Anne Frank op toneel goed weer te geven. Afgaande op de recensie, zonder de voorstellig te hebben gezien, is de indruk dat de intimiteit is plat geslagen tussen eerbetoon en bombastisch spektakel.

Het is te hopen dat de toneelvoorstelling Madame Bovary een beter lot beschoren is.