LA GRANDE BELLEZZA

 

De film La Grande Bellezza van Paolo Sorrentino uit 2013, in de Verenigde Staten winnaar van de Oscar voor de beste buitenlandse film, mist eigenlijk iedere intrige. Of het zou de levensloop moeten zijn van de mislukte romanschrijver maar geslaagde roddelverslaggever Jep Gambardella, zoiets als bij ons Ivo Niehe van de Tros of verder in de tijd terug Henk van der Meijden van De Telegraaf. De film boeit doordat het overkomt als een muurschildering dat tot leven komt. Een fresco, eerst als stilstaand beeld, maar waarin de toeschouwer verdwaalt, op zoek naar de samenhang en zo het onbewuste levend wordt. De bestaansangst der nuttelozen, die weinig te vertellen hebben en toch gezien willen worden. De oorlog lijkt uitgebannen, weggedacht, om het echte leven niet te hoeven ondergaan.

Als zich dat dan toch manifesteert is dat in de figuur van een moeder Theresia. Een kardinaal die ook ten tonele verschijnt lijkt eerst een karikatuur. Vol vuur kan hij vertellen over de kunst een smakelijke eendebout te bereiden. Als hij iets los moet laten over zijn roeping kijkt hij verstoord, van zijn à propos gebracht, kan alleen maar kwijt: ‘donna nobis pacem’ of zoiets.

Toch lijkt de kardinaal echter dan de moeder Theresia figuur. En dat is in zekere zin de verrassing in de film. De schijnheiligheid van Jep Gambardella komt sympathieker over dan die van de kardinaal. Jep Gambardella spot met zichzelf, zijn dienstbode mag hem ‘schurkje’ noemen. Het is daarom ook dat de moeder Theresia figuur eerder een overdrijving, een karikatuur is. Iemand die de gelofte van armoede heeft afgelegd heeft wel wat beters te doen dan als 104-jarige de Spaanse trappen te beklimmen om een beeld te kussen.

Afwisselende gevoelens van déja vu en bijval kwamen daardoor bij mij op. Het déja vu vanwege de clichés ontleend aan Fellini, zoals de karikatuur van moeder Theresia, bijval voor de compositie, het mozaïek van een warrige, chaotische wereld waarin genot- en hebzucht de drijfveren zijn.

Naar mijn inzicht draagt de kardinaal de film. Zonder hem zou Jep Gambardella en zijn vrienden richtingsloos zijn. Nu zijn zij zichzelf, iets wat de kardinaal niet is. De warrigheid die de film met zich draagt wordt daardoor begrijpelijker, meelevender.