ONZE POLITICI

Ik las in de krant over de boze burger, opgestaan in 2015 tegen politici die hen de stroom vluchtelingen door de strot wil drukken. Volgens Gabriel van den Brink, hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde, is dat een probleem dat al veel langer speelt. Hij heeft het over de groeiende kloof tussen bestuurders en de samenleving. Volgens Van den Brink zijn bestuurders in Nederland vooral juridisch gericht. Het gaat hen dan om bevoegdheden in plaats van moreel gezag, aldus Van den Brink. Nu is het recht er om orde te scheppen, conflicten op te lossen. Het tegendeel blijkt dus waar. Hoe kan dat? Echte democratie behoort te zetelen in de geest van de volmondige burger. Echte democratie is zeldzaam, bestaat alleen in kleine gemeenschappen als die het geluk hebben niet overheerst te worden. Door omvang van de overheid en arrogantie van de macht wordt afbreuk gedaan aan deze democratie. Beroepspolitici hebben hun eigen erecodes, zij beroepen zich op het staatsrecht. Dat recht is ontstaan om de burger te beschermen tegen de feodale overheerser. Maar het gaat een eigen leven leiden en dient nu om een alibi te hebben tegenover boze burgers. In scherpe bewoordingen hekelen politici aanvallen op moskeeën en nu ook op gemeentehuizen. Wanneer er volkswoede ontstaat, beroepen zij zich op de rechtsstaat. Het probleem alleen is dat van het instituut, het woord rechtsstaat geen moreel gezag uitgaat. Een rechtsstaat is iets dat zichzelf als zodanig voortdurend moet bewijzen. Het is een woord als verzamelbegrip voor het antwoord op een eeuwenlange strijd tegen de onderdrukker. Als er te vaak een beroep op wordt gedaan wordt het een hol woord. Dan keert de onderdrukker in zijn oude gedaante weer terug. Wie herinnert zich niet de houding van Melkert in het televisiedebat met Fortuin? Melkert was een verongelijkte ambtenaar, minister, politicus die zich beriep op het holle woord van zijn ideologie. Zo wordt recht doen verkracht. De eenvoudige burger is geen Atlas die de wereld op zijn schouders kan nemen. Natuurlijk is het lot van vluchtelingen vreselijk. Maar het is te simpel de burger in zijn doorzonwoning het gelag te laten betalen. Wie wil er van de ene dag op de andere woestijnvolk in zijn achtertuin? Vluchtelingen mogen zich verheugen in velen die zich geroepen voelen te helpen. Dat betekent niet dat van iedereen die gezindheid kan worden verlangd. Het hangt van ieders persoonlijke omstandigheid af wat hij kan opbrengen en dan zijn vaak de belangen tussen hem en de vluchteling tegengesteld.

De totstandkoming van het recht mag misschien democratisch genoemd worden, het beroep erop is een uiting van macht. Politici behoren hun macht niet op die manier te gebruiken. De wet is bedoeld voor de burger. Een politicus behoort gezag te laten gelden. Dat is iets anders dan de wet in de hand nemen. Een politicus is er vooral om te bezien of de wet wel deugt. Het juridische denken van politici schept een belangentegenstelling, iets wat een volksvertegenwoordiger moet vermijden. De kloof waar nu over gesproken wordt is begonnen na de tweede wereldoorlog met de opbouw van het sociale stelsel. Een beweging als de Morele Herbewapening, die het misbruik zag, werd weggezet als een fascistische club. Dat je geen geld, geen bezittingen moet geven aan hen die er niet mee kunnen omgaan leert ook het aardgas. In plaats van met het geld duurzame investeringen te doen voor een schonere wereld, de Club van Rome was er toen al, is het opgegaan aan leuke dingen voor de mensen. Met als gevolg een generatie die niet heeft geleerd zichzelf te bedruipen, met instroom van uitheemden die ons nu naar het leven staan, om maar niet te spreken van het verwoeste Groningse land. Een sociaal stelsel is prachtig, maar het brengt niet alleen rechten, ook verplichtingen met zich mee. Als die evenredig over de samenleving verdeeld worden is er evenwicht. Dat is dus niet gebeurd en het gevolg waren de gastarbeiders met een totaal andere cultuur. Ook daar grepen onze politici mis door dat te ontkennen. Wat is behoorlijk bestuur? Waar was de visie? Onze politici wassen hun handen in onschuld, zoals ook bankbestuurders dat doen. Het zijn professionelen, als de gevolgen zichtbaar worden zijn ze verdwenen met wachtgeld of een zak duiten. Maar het is niet de manier om volkswoede te beteugelen. Een paar kalmerende woorden uitgesproken op De Dam na de moord op Theo van Gogh lijkt mooi, maar is natuurlijk de vlag die de lading moet bedekken. In wezen is het pappen en nat houden. Volkswoede moet op een andere manier voorkomen worden. Alleen dat had al veel eerder moeten gebeuren. Het lijkt erop of onze politici de chemie, of sjemie volgens een brokkenmaker uit het zuiden, alleen zien bij kabinetsformaties om een gezellig clubje bij elkaar te kunnen brengen. Maar dan zijn ze stekeblind.