TESTAMENT

Ik toog naar de notaris en zei dat ik mijn testament wilde maken. Hij vroeg: “Wat moet er in?” Ik zei: “Neemt u maar op dat op mijn begrafenis mijn nabestaanden moeten zingen Hij leve hoog! Hij leve hoog! Maar wel op toon en met de juiste dictie.” De notaris schudde verbaasd zijn hoofd: “Waarom is dat in godsnaam?” Ik zei: “Dat is mijn manier om in de hemel te komen.” De notaris na wat nadenken: “Daar zit wat in. Wat gaat u doen daarboven?” Ik zei: “Spelen op de Steinway vleugel, op de fluit, ik heb een Myazawa en een Philip Hammig, oh ja, ook nog een renaissancefluit. De zang doe ik er ook bij. Neemt u dat ook maar op.” De notaris: “Denkt u dat ze daarboven een Steinway vleugel hebben?” Ik zei: “Jazeker, als ik de mijne meeneem wel.” De notaris schudde ongelovig zijn hoofd: “Zo’n ding is toch veel te zwaar daar boven.” Ik zei: “Daar heeft u gelijk in. Maar die beperkingen gelden alleen voor de mensen op aarde. De notaris: “Kan dat allemaal niet geregeld worden zonder mijn tussenkomst? Ik vrees moeilijkheden te krijgen met mijn geloofwaardigheid.” “Met uw geloofwaardigheid?” “Ja, in beginsel behoor ik op te schrijven wat de mensen van mij verlangen. Maar ik ben godvruchtig van aard, wat een rem legt op mijn vermogen mee te werken aan iets waar ik niet in kan geloven.” “Gelooft u niet aan de hemel?” “Jazeker geloof ik aan de hemel. Maar die Steinway vleugel, dat kan niet. Dat zingen misschien wel.” “U beslist dat ik mijn Steinway vleugel niet mee mag nemen naar de hemel? Dat lijkt mij een reden voor een klacht.” De notaris verschrikt: “Dat meent u niet.” “Jazeker meen ik dat. U gelooft niet dat het kan en stelt dat boven uw plicht als notaris.” De notaris zuchtend: “Hoe komen we hier uit!” Ik zei: “Ik heb met u te doen. Laten we het houden op Hij leve hoog! Hij leve hoog! En vertrouwen op de goede afloop.”