François Hollande
Onlangs was er een interview met de gewezen Franse president Hollande op het journaal van de Franse televisiezender France 2 met de nieuwe omroepster Anne Sophie Lapix. De keuze voor haar na de afgedankte maar zeer professionele David Pujadas had verbazing gewekt, tenminste bij ons. David Pujadas had zeker meer dan veertien jaar de boventoon gevoerd in de rij van televisiepersoonlijkheden die ministers en presidenten het vuur aan de schenen kon leggen. Iets dergelijks was eerder op het eerste Franse kanaal TF1 gebeurd toen de zeer ervaren Patrick Poivre d’Arvor werd vervangen door Laurence Ferrari, een modieuze vrouw waar de glossy bladen zich op storten, vooral vanwege haar veel jongere partner, een violist. Laurence Ferrari werd al snel afgedankt, niet in het minst door haar onhandige gevraag aan de president Nicolas Sarkozy over zijn wel en wee met Carla Bruni in plaats van over zijn inspanningen in de wereld een oorlog te voorkomen. Wij wachten af wat Anne Sophie Lapix zal overkomen, maar sluiten niet uit dat het een herhaling van zetten wordt gelet op haar voordracht die aan Laurence Ferrari doet denken. Met de uit het hoofd geleerde lesjes en de vragenplankjes waarvan ze zich bedient bij de ondervraging van gewichtige personen rijst de twijfel of zij dat wel aan kan.
Maar in het interview met François Hollande stonden twee brekebenen tegenover elkaar en dat leverde een vermakelijk schouwspel op. Anne Sophie Lapix vroeg aan François Hollande of hij zijn belofte de werkloosheid op te lossen was nagekomen. Zonder blikken of blozen beaamde hij dat. Het leek intrappen voor open doel. Met een vriendelijk doch ook vilein glimlachje zei ze : “Ik heb andere cijfers. Kijkt u eens naar die grafiek op het scherm.” De grafiek liet een toename zien van 26 % meer werkloosheid gedurende de 5-jarige ambtstermijn van François Hollande. Met de van hem bekende onnozele blik keek die in het rond en zei: “Dat klopt niet want ik heb 700.000 nieuwe banen geschapen.” Anne Sophie Lapix slaagde erin niet te hinniken van de lach. Maar François Hollande gaf haar geen gelegenheid en begon een monoloog over iets wat hij alleen zelf kan navertellen.
François Hollande doet mij denken aan een duikelaartje, zo’n kogelrond mannetje van rubber waar wij als kind vroeger mee speelden. Je gaf het een duw, nog een duw en weer een duw, je zwaaide hem alle kanten op. Steeds kwam het overeind, figuurlijk op zijn pootjes want die had hij niet, dank zij het lage zwaartepunt. Hollande heeft die wel en gebruikt ze ook in een potje voetbal, waar hij een liefhebber van is. Ik heb daar beelden van gezien en zoals hij voetbalt zal hij de ministerraad hebben voorgezeten. Onwelgevalligheden moeten langs hem heen gegaan zijn als de wind die door het net blaast. Aan het einde van zijn ambtsperiode beweerde hij alle doelen gehaald te hebben zonder het de statistieken te laten bevestigen, hield een lang betoog waarin veel aan bod kwam doch niets in het bijzonder en zei tussen neus en lippen dat hij het voor gezien hield. Het was leuk geweest, maar alles had zijn eind.
François Hollande wandelt door het leven als het jongetje in het muziekstuk Peter en de Wolf van Sergei Prokofiev. Hij was zomaar president. Op de tribune in het stadion Saint Denis tijdens de voetbalwedstrijd Frankrijk Engeland, er buiten een aanslag plaats vond en ontploffing te horen was, knipperde de president verbaasd met zijn ogen. Het knapste jongetje van de klas, zijn eigen minister president Laurent Fabius, wist: “François Hollande is de meest onderschatte politicus ooit.”
Charles de Gaulle, die vanachter de schrijftafel de oorlog won, in 1958 door een staatsgreep aan de macht kwam, overleefde een referendum niet en was een jaar later dood. François Hollande doet beter. Bij zijn aantreden als president stond een overjarige courtisane aan zijn zijde. Ze verkeek zich op hem die ze aan de haak geslagen had, kon alleen nog maar de vuile was buiten hangen. Haar kwelgeest is gelukkig met Julie Gayet, een comédienne, die hem zo nu en dan over zijn bolletje aait met de vraag: “Wat heb je nu toch allemaal weer beleefd?”