Met de oorlog in Oekraïne worden wij met de neus op de feiten gedrukt. Misleiding is een ultiem oorlogswapen. Maar voorafgaande aan de casus belli wordt er ondergronds al strijd geleverd.

Daarover gaat de bachelorscriptie van Eline C. Bos voor de Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Amsterdam. Deze scriptie bespreekt de al dan niet geoorloofdheid van politieke aandachtvergaring aan de hand van data’s verkrijgbaar op het internet. Om met de deur in huis te vallen, de auteur van de scriptie is van mening dat targeted advertising door politieke partijen in strijd is met de grondrechten vrijheid van meningsuiting en vrije verkiezingen omdat kiezers beperkt worden in het vormen van een eigen mening, zo niet op een dwaalspoor gebracht kunnen worden. De digitale techniek maakt het mogelijk de zaak te manipuleren zo dat kiezers te horen krijgen wat zij graag willen horen.

Terwijl het natuurlijk andersom zou moeten. Kiezers moeten de mogelijkheid hebben te kiezen voor het werkelijke gedachtegoed van de politicus die beweert het beste met hen voor te hebben. In plaats daarvan wordt hem of haar een beeld voorgehouden dat zoiets kan verbloemen. Zo meen ik het onderwerp van de scriptie te begrijpen waar het in de worsteling tussen de voorstanders van een open eerlijke democratische samenleving en de eerzucht van de politicus zoveel mogelijk stemmen te vergaren om gaat. In het bijzonder de vrees dat het mis kan gaan.

Misleiding is van alle tijden. Zo ook onbehoorlijke beïnvloeding. De Duitse nazi minister voor propaganda Josef Goebbels is daarvan het sprekende voorbeeld, maar beslist niet de enige. Het internet en de daaruit ontstane netwerken met de daarbij behorende schaalvergroting vergroot het risico van ongewenste aardverschuivingen op een dusdanige wijze vergelijkbaar met de kracht van een atoombom. Kennelijk twijfelt de schrijfster of de bekritiseerde datavergaring wel een behoorlijk doel kan dienen, want zij houdt de mogelijkheid open dat het geheel verboden zou moeten worden.

Waar moeten wij aan denken? Een doortrapte politicus zint op de macht, alleen te verkrijgen middels verkiezingen die op zich behoorlijk georganiseerd zijn. Er is een democratisch tot stand gekomen kieswet. De bezetting van de stembureaus is boven alle twijfel aanwezig. Ik noem de partij Bezinnend Nederland, afgekort BN. Er zijn allerlei toestanden in het land waar de één baat bij heeft en de ander niet, allemaal vanwege verschillende belangen of motieven.

BN begint met de windmolens. Dat selecteert kiezers die daar last van hebben en laat die weten dat zij er tegen zijn omdat er betere mogelijkheden zijn. De voorstanders van de windmolens laten ze weten dat ze er voor zijn. Op dezelfde wijze behandelt BN de doodstraf, de euthanasie, de abortus, het lidmaatschap van de Europese unie en de Navo, de sociale voorzieningen en ga zo maar door. Het probleem daarbij is natuurlijk dat het publieke partijprogramma van BN over dit alles in het vage moet blijven om zichzelf niet tegen te spreken. Daarom moet er naar een subtielere manier gezocht worden om zichzelf geliefd te maken, om de misleiding te maskeren.

Een bekende methode is de bewering dat het beoogde kiezerssegment bedrogen is. Een sprekend voorbeeld is de retoriek van Donald Trump dat Europa zijn eigen boontjes moet doppen, want de Verenigde Staten van Amerika worden uitgekleed. Op zich heeft Donald Trump gelijk dat de Europese leden niet voldoen aan hun Navo verplichtingen om twee procent van het nationaal inkomen te besteden aan defensie. De gewone man moet dit aanspreken, America first. Aan de andere kant wil Trump de belastingen verlagen wat de meer persoonlijke rijke achterban van Trump (die hem financiert) goed uitkomt, maar niet in het belang is van de gewone man die op Trump gestemd heeft omdat Amerika uitgekleed wordt.

Kan targeted advertising, doelgericht adverteren, verboden worden? De auteur van de scriptie pleit daar voor indien er ondanks nadere Europese regulering de beperking van de vrijheid van meningsuiting en vrije verkiezingen door middel van targeted advertising blijft bestaan. De meer ingevoerden in het kennisgebied van de informatica lijken mij dan het beeld te moeten schetsen welke sluipwegen bestreden moeten worden. Eerlijke vrije verkiezingen is het ideaal. Zoals ieder ideaal zal dit de werkelijkheid nooit geheel benaderen, het blijft een hyperbool.

De schrijfster heeft met haar scriptie terecht aandacht gevraagd voor dit belangwekkende vraagstuk. Vooral voor- en tegenstanders van referenda zullen aan de hand hiervan zich nog eens moeten bezinnen over de validiteit van hun argumenten.